Veel voorkomende defecten in het lasgebied van ondergedompelde stalen buizen met spiraalnaad

Defecten die vaak voorkomen in het gebied van ondergedompeld booglassen zijn onder meer poriën, thermische scheuren en ondersnijdingen.

1. Bubbels. Bellen ontstaan ​​meestal in het midden van de las. De belangrijkste reden is dat waterstof nog steeds in de vorm van belletjes in het gelaste metaal verborgen zit. Daarom zijn de maatregelen om dit defect te elimineren het eerst verwijderen van roest, olie, water en vocht van de lasdraad en het lassen, en ten tweede het goed drogen van het vloeimiddel om vocht te verwijderen. Bovendien is het verhogen van de stroom, het verlagen van de lassnelheid en het vertragen van de stollingssnelheid van het gesmolten metaal ook zeer effectief.

2. Zwavelscheuren (scheuren veroorzaakt door zwavel). Bij het lassen van platen met sterke zwavel-segregatiebanden (vooral zachtkokend staal), dringen sulfiden in de zwavel-segregatieband het lasmetaal binnen en veroorzaken scheuren. De reden is dat er een laag smeltpunt is van ijzersulfide in de zwavelsegregatieband en waterstof in het staal. Om deze situatie te voorkomen is het daarom effectief om halfgedood staal of gedood staal met minder zwavelsegregatiebanden te gebruiken. Ten tweede zijn het reinigen en drogen van het lasoppervlak en het vloeimiddel ook zeer noodzakelijk.

3. Thermische scheuren. Bij ondergedompeld booglassen kunnen thermische scheuren in de las optreden, vooral in de boogputten aan het begin en einde van de boog. Om dergelijke scheuren te elimineren, worden gewoonlijk pads aan het begin en het einde van de boog geïnstalleerd, en aan het einde van het plaatspiraallassen kan de spiraalgelaste buis worden omgekeerd en in de overlap worden gelast. Thermische scheuren kunnen gemakkelijk optreden als de spanning van de las erg groot is of als het lasmetaal erg hoog is.

4. Slakkenopname. Slakkeninsluiting betekent dat een deel van de slak in het lasmetaal achterblijft.

5. Slechte penetratie. De overlap van de binnenste en buitenste lasmetalen is niet voldoende en soms wordt deze niet doorgelast. Deze situatie wordt onvoldoende penetratie genoemd.

6. Ondersnijding. Ondersnijding is een V-vormige groef op de rand van de las langs de hartlijn van de las. Ondersnijding wordt veroorzaakt door ongepaste omstandigheden zoals lassnelheid, stroom en spanning. Onder hen is de kans groter dat een te hoge lassnelheid ondersnijdingsdefecten veroorzaakt dan een ongepaste stroomsterkte.


Posttijd: 28 augustus 2024