SMO 254 KENMERKEN
Dit zijn de producten die goed presteren in halogenideoplossingen waarin chloride- en bromide-ionen aanwezig zijn. De SMO 254-kwaliteit demonstreert de effecten van plaatselijke corrosie veroorzaakt door putjes, spleten en spanningen. SMO 254 is een elementair materiaal met een laag koolstofgehalte. Door het lage koolstofgehalte is er een kleinere kans op carbideprecipitatie tijdens warmtetoepassing tijdens het lassen.
BEWERKBAARHEID
Vanwege de uitzonderlijk hoge verhardingssnelheid en de afwezigheid van zwavel is SMO 254 roestvrij staal tamelijk moeilijk te bewerken; scherpe gereedschappen, krachtige machines, positieve voedingen en een aanzienlijke hoeveelheid smering en lage snelheden geven echter vaak goede bewerkingsresultaten.
LASSEN
Voor het lassen van roestvrij staal 254 SMO is het gebruik van vulmetalen vereist, wat resulteert in inferieure trekeigenschappen. AWS A5.14 ERNiCrMo-3 en legering 625 zijn goedgekeurd als vulmetalen. Elektroden die in het proces worden gebruikt, moeten voldoen aan AWS A5.11 ENiCrMo-12.
gloeien
De uitgloeitemperatuur voor dit materiaal moet 1149-1204°C (2100-2200°F) zijn, gevolgd door afschrikken met water.
WERKEN IN EXTREME OMSTANDIGHEDEN
Smeed-, stuik- en andere bewerkingen op dit materiaal kunnen worden uitgevoerd bij temperaturen in het bereik van 982-1149°C (1800-2100°F). Temperaturen boven dit bereik worden niet aanbevolen, omdat deze kalkaanslag veroorzaken en de verwerkbaarheid van het materiaal verminderen. Een warmtebehandeling na het lassen wordt aanbevolen om de maximale corrosieweerstand te herstellen.
KOUD VORMING
Koudvervormen kan met elk van de gebruikelijke methoden worden uitgevoerd, maar het proces zal moeilijk zijn vanwege de hoge hardingssnelheid. Als gevolg hiervan zal het materiaal een grotere sterkte en taaiheid hebben.
VERHARDING
De warmtebehandeling heeft geen invloed op roestvrij staal 254 SMO. Alleen koude reductie maakt verharding mogelijk.
Posttijd: 08-nov-2023