⑴ Zwak lassen, desolderen, koud vouwen;
Reden: Het uitgangsvermogen en de druk zijn te klein.
Oplossing: 1 pas het vermogen aan; 2 pas de extrusiekracht aan.
⑵ Er zijn rimpelingen aan beide zijden van de las;
Reden: De openingshoek is te groot.
Oplossing: 1 pas de positie van de geleiderol aan; 2 pas het massieve buiggedeelte aan; 3 verhoog de lassnelheid.
⑶De las heeft diepe putten en gaatjes;
Reden: er is sprake van oververbranding.
Oplossing: 1 pas de positie van de geleidingsrol aan en vergroot de openingshoek; 2 pas het vermogen aan; 3 verhoog de lassnelheid.
⑷De lasbraam is te hoog;
Reden: De door hitte beïnvloede zone is te breed.
Oplossing: 1 verhoog de lassnelheid; 2 Pas het vermogen aan.
⑸ Slakkenopname;
Reden: Het ingangsvermogen is te groot en de lassnelheid is te laag.
Oplossing: 1 pas het vermogen aan; 2 verhoog de lassnelheid.
⑹Externe scheuren in de las;
Reden: De kwaliteit van het basismetaal is niet goed; er wordt te veel knijpkracht op uitgeoefend.
Oplossing: 1 garandeert het materiaal; 2 pas de extrusiekracht aan.
⑺ Verkeerd lassen, laplassen
Reden: slechte vormnauwkeurigheid.
Oplossing: Pas de vormrol van de unit aan.
Posttijd: 28 november 2023